dinsdag 12 april 2011

Indringend portret van een bedreigd stukje Vlaanderen in ‘De engel van Doel’

Doel is een klein dorpje onder de rook van Antwerpen. Sinds beginjaren ’70 is het bekend geworden om haar strijd tegen de oprukkende haven van Antwerpen. Ondanks ellenlange gerechtelijke procedures, bezetting van de af te breken huizen door krakers en solidariteitsacties door kunstenaars, academici en politici is het dorp nu bijna onbewoond terwijl er in 1970 nog meer dan 1300 mensen woonden. De vergelijking met Nederland is snel gemaakt als we aan de kunstenaarskolonie Ruigoord denken bij Amsterdam die (grotendeels) moest wijken voor de Afrikahaven.
 In De engel van Doel volgt de Nederlandse cineast Tom Fassaert twee inwoners van het dorp; de terminaal zieke pastoor Verstraete en de alleenstaande weduwe Emilienne Driesen in hun pogingen in ieder geval te kunnen sterven in ‘hun’ dorp. Langzaam vertrekken de laatste andere bewoners, zoals de vriendinnen van Emilienne en volgen we de aftakeling van pastoor Verstraete. Ook het spelletje dat de ‘overheid’ met de bewoners speelt wordt mooi in beeld gebracht als Emilienne van de burgemeester hoort dat ze zeker nog 5 jaar mag blijven en even later een dwangbevel krijgt om toch te vertrekken. Door de ouderwetse interieurs van de huizen en het feit dat de film in zwart/wit werd opgenomen doet de film nog authentieker aan en krijg je steeds meer sympathie voor de dappere Emilienne en de tot de dood grappige pastoor. De film heeft een ‘open einde’ maar liet me toch verweesd achter. Een prachtig docudrama dat volledig terecht een eervolle vermelding kreeg tijdens het 61e Internationale Filmfestival in Berlijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten